Het samenwerkingsverband Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (BSGW), dat in vrijwel alle Limburgse gemeenten verantwoordelijk is voor de WOZ-waarden, waarschuwt op haar website voor bureaus en makelaars die zich opwerpen als belangenbehartiger voor de burger bij de bezwaarafhandeling tegen de WOZ-waarde. Daarbij wordt de indruk gewekt dat iedere bezwaarprocedure € 728,- kost. Deze informatie is op zijn minst suggestief en eenzijdig te noemen. Ook roept men op om vooral geen bezwaar te maken, maar liever hen te bellen over de WOZ-waarde. Ook deze oproep is bijzonder. Om de WOZ-waarde te kunnen aanvechten dient u namelijk formeel bezwaar te maken. U heeft hier wettelijk ook slechts 6 weken de gelegenheid voor.
De gehele waarheid is dat een samenwerkingsverband of gemeente pas een kostenvergoeding dient te voldoen indien er een foutieve WOZ-waarde is vastgesteld. Kortom, maakt men geen fouten dan hoeft men ook geen kostenvergoeding te verstrekken. Reageert u niet op een foute WOZ-waarde dan betaalt u te veel inkomstenbelasting, onroerendezaakbelasting en waterschapsbelasting. Dat is de keerzijde. Ook vergeet men te vermelden dat een besparing op de OZB in verhouding tot overige belastingen gering is. Laten we bijvoorbeeld uitgaan van een WOZ-waarde van € 230.000,- van een woning in de gemeente Heerlen. Wordt deze WOZ-waarde na bezwaar verlaagd naar € 200.000,- (een veel voorkomende verlaging van ca. 13%), dan bespaart u in 2015 € 95,- inkomstenbelasting (uitgaande van een inkomstenbelastingtarief van 42%) en € 53,- onroerendezaakbelasting (OZB). Daarnaast bespaart u bij een lagere WOZ-waarde verder ook nog op de waterschapslasten. De totale jaarlijkse besparing bedraagt hierdoor € 150,-. Het rekenvoorbeeld van het BSGW is dan ook onvolledig en niet overeenkomstig de werkelijkheid.
Daarnaast bedragen de uitgekeerde kostenvergoedingen ook geen € 728. Voor de WOZ-zaken waarin overgegaan wordt tot een verlaging van de WOZ-waarde, wordt een kostenvergoeding toegekend van € 244,-. Als voor die WOZ-zaak tevens een hoorzitting plaatsgevonden heeft (dat wil zeggen dat wij ten kantore van de betreffende gemeente de bepleitte WOZ-waarde nader mondeling gemotiveerd hebben), dan wordt hiervoor ook een bedrag van € 244,- toegekend. Wordt het WOZ-bezwaarschrift afgewezen, dan wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De gemeente of het samenwerkingsverband hoeft dus slechts een kostenvergoeding toe te kennen als zij zelf fouten gemaakt hebben bij de waardering.
Overigens blijkt uit onderzoek naar de kosten die gemeente maken in het kader van de WOZ-waardering dat de uitgekeerde kostenvergoedingen in verhouding tot de overige kosten verwaarloosbaar zijn.
Wij begrijpen dat gemeenten en samenwerkingsverbanden zoals het BSGW de kosten wil beperken, maar op deze wijze burgers onjuiste informatie voorschotelen is wel onsportief te noemen. Beter werkt men aan de kwaliteit om tot betere WOZ-waarden te komen. Dan neemt het aantal bezwaarschriften pas werkelijk af. Zolang de waardering niet op orde is zullen burgers, met of zonder jurist, bezwaar blijven instellen.